We staan op een smal bospad. Zo’n twintig meter voor ons schiet een schim van de ene naar de andere kant. Tenminste, zo lijkt het. Zagen we dat nou goed? We blijven staan en houden ons stil. Precies als we rechts takken horen breken, zien we links weer een schim. En nog een!
Vanuit de verte kijkt een jonge ree ons aan. Ook hij (pardon, zij) lijkt verstijfd. Het moment duurt maar een seconde, misschien twee. Daarna draven vier reeën het bos in. Springend over takken, bedden van dennenappels, boomstammen en dauwend gras maken ze een ruime bocht om ons heen. We gaan nog even terug om te kijken, maar vinden ze niet meer en horen ze evenmin. Wat overblijft, is de verwondering.
“Ik wist niet dat het bos zó mooi kon zijn”, stelt Noor. We zijn er dan ook op het best denkbare moment: ’s ochtends vroeg. Zondagochtend, al voor half acht fluisteren Noor, Bente en ik tegen elkaar dat we wel eens de allereersten kunnen zijn vandaag. Nou ja, misschien op de boswachter na (die volgens Noor de wacht houdt in het bos, zodat dieven geen dieren kunnen komen stelen).
En tsja, als je de eerste bent, zie je ook het meest. Niet alleen de opkomende zon, die door de takken breekt en het natte gras doorzichtig maakt, nee: dieren! Want dat is onze missie vandaag. Het begint met een haas, die schichtig, kriskras het zandpad over schiet. Daarna volgen een sluipende kat in een weiland en een konijn. Noor denkt zelfs in de verte een spitsmuis te zien rennen. Een uitstekend begin, nog vóórdat we echt het bos in gaan.
Als Bente ons naar een smal paadje navigeert, trakteert de natuur ons op de ongekende beloning. Wat mooier is, weet ik niet: de reeën achter een omgevallen boomstronk, fraai aangelicht door de prille zon, of: de mix van spanning en verbazing op de gezichten van Noor en Bente. Gelukkig hebben we de camera bij ons, zodat we van één van de reeën in ieder geval een foto hebben.
Daarna ontdekt Bente nog een rennende eekhoorn die ons toezwaait met zijn felbruine staart, Noor zweert op een kruising een bosmuisje te zien en natuurlijk noteren we een hoop vogels, hommels, motjes en muggetjes. Plus: allerlei holletjes waar vast ook dieren in wonen of in elk geval zouden kúnnen wonen. En als we vlak naast ons ineens wéér knerpend hout horen, in een dicht bosje van dunne berkjes, duiken we op onze hurken om ree nummer vijf te noteren. Tenminste: Noor. Bente en ik lopen iets erachter en moeten het doen met onze fantasie.
In auto terug naar huis maken we de balans op. Noor en Bente tellen de dieren, ik mijn zegeningen. Want ik had niet verwacht dat ik mijn meiden zó gemakkelijk kon mobiliseren. Onesies uit, aankleden, schoenen aan en het bos in om te ontdekken. Te kijken, te ruiken, te luisteren en te fluisteren. Ik was bang voor smeekbedes om iPads, gemopper om koude handen en saaie bospaden, maar het werd niets van dat. Sterker nog, die beren op de weg werden zo’n beetje de enige dieren die we níet zagen. Zo is de balans deze ochtend meer dan perfect.
Dit is een ultieme ervaring Ted. Dit vergeten de meiden dus noooiiiit meer. En jij óók niet. Wát een beloning voor dit initiatief
Dank je Hanny! Ik vergeet het zeker niet, en aan de reactie van de meiden te zien, zij ook niet 🙂
Mooi Ted, ik herinner me dit ook nog uit mijn eigen jeugd. Mijn moeder, jouw oma, was ook zo’n natuur liefhebber. Wij werden ooit al om 4.30 uit onze bedden gehaald als we op vakantie waren in een bosgebied om “wilde” dieren te gaan spotten. Geweldig, waar ik nog steeds met warme gevoelens aan terug denk.
Mooie reactie, Josette! En een fijne ‘bijvangst’ dat ons verhaal bij jou zo’n goede herinneringen oproept.
Prachtig! Wat heb jij ze veel om mee te geven. Genieten dit!
Dank je Jildou! Er is ook zo veel te zien… Maar dat hoeven we jullie niet uit te leggen 😉
Super zo’n begin van de dag. Wat een belevenis. Daar kan inderdaad geen schermpje tegenop.
Zo is het! Al blijft de iPad een geduchte tegenstander hoor 😉