Lekker kort

  


“Noor, wat wil je op je boterham?”
“Spikkeltjesworst.”
“Ok. We hebben ook nog boterhamworst, wist je dat?”
“Ja! Dat wil ik!”
“Dus: een boterham met salami en een met boterhamworst?”
“Doe maar hagelslag.”

Noor, augustus 2017


“Noor, je loopt een beetje langzaam.”
“Ja, dat komt omdat mijn benen niet zo goed geslapen hebben. Ze werden steeds wakker.”

Noor, augustus 2017


Noor en Bente gaan met mama naar de film.
Noor: “Papa! Ik ga met mama en Bente naar de biblioscoop!”

Noor, augustus 2017


We bakken zelf granola.
“Papa, mag ik dadelijk wat nootjes?”
“Tuurlijk Noor. Dadelijk, als ze zijn afgekoeld.”
“Maar papa, ik bén al afgekoeld!”

Noor, augustus 2017


“Bente, hoe heet jij?”
“Bente.”
“O. En hoe heet je achternaam?”

Noor, juli 2017


Ochtend.

“Bente, je boterham komt er zó aan. Goed?”
“Nee, NU boterham!”
“Bente, je boterham is nog bevroren. Hij komt er zo aan.”
“Boterham IS niet vroren.”
“Ehm, jawel hoor. Ik haal hem net uit de diepvries. Hij is nog helemaal koud.”
“Boterham IS niet koud!”
“Tsja. Helaas. Hij is echt nog bevroren.”
“NIET vroren! NIET!”
“Zoals je wilt, Bente. Een beetje koud, dan.”
“NIET BEETJE KOUD! NIET VROREN! IK WIL KIJKEN!”
* zucht *
“Loop maar even mee. Hier, voel maar. Koud hè?”
“Papa, boterham is koud. Helemaal vroren.”
“Told you so, Bente. Stijf bevroren.”
“PA-PA! Boterham WEL vroren!”
“…”

Bente, juli 2017


Het is kermis. Bente en Noor hebben zojuist een prijs uitgekozen: tóch een reuzenlollie in plaats van een nieuwe spinner. En nu vergapen zich voor de Oud-Hollandsche snoepkraam. Het wordt teveel. Lichtelijk verdwaasd kijken ze schuin omhoog. “Papa, mogen we een suikerspinner…?”

Bente en Noor, juli 2017


“Waarom moet ik naar school, mama?”
“Als je goed je best doet op school, kun je later alles worden wat je wilt.”
“Dan wil ik later papa worden.”

Noor, juni 2017


“Ik kleur met oranje, papa. Oranje is mijn lievelingskleur. Vind jij oranje mooi?”
“Ja, best wel. Maar het is niet mijn lievelingskleur. Mijn lievelingskleur is blauw.”
“Ik heb twee lievelingskleuren. Of eigenlijk drie. Oranje, rood, blauw, lichtblauw, geel, groen, paars en wit. Dat zijn mijn lievelingskleuren. En roze.”

Noor, juni 2017


Op een warme zomerdag draag ik een lange broek en een blouse. Ik ga werken. Noor: “Ik hoef geen lange broek aan, want ik ben een meisje. Papa, wil je ook geen lange broek aan? Dan moet je naar de kapper gaan om lang haar te vragen.”

Noor, juni 2017


“Noor, je doet het zo goed op school. Ik ben trots op je.”
“Ik ben ook trots op jou, papa. Je doet het heel goed op kantoor.”

Noor, april 2017


Reacties zijn gesloten