Noor loopt graag over stenen muurtjes. En over paaltjes, losse keien enzovoorts. Gewoon, omdat het kan. De 300 meter naar school zijn soms net een evenwichtsoefening, maar hé, geduldig als ik ben houd ik trouw iedere dag haar hand vast. Nu kan het nog.
Voor alle ouders die dit herkennen: let extra goed op als het regent. Of geregend heeft. Want op een grijze lenteochtend zaten er op de houten bielzen in een voortuin slakken. Best veel: we zagen er zo een stuk of tien. Of ja, elf dus eigenlijk. Je voelt hem al aankomen.
Ik probeerde nog met een half ingeslikte ‘ho!’ en een rukje aan Noors arm om het onheil te vermijden, maar het was te laat. Met een langzame krak (het leek wel slow motion) verpletterde een onschuldig kinderschoentje het complete onderkomen van een nog onschuldiger slak.
“Wat was dat, papa?” Noor had niets in de gaten. Ik mompelde nog iets over een eikeldopje, maar dat was natuurlijk volstrekt kansloos. “O nee! Een slakje! Dat heb ik gedaan, hè papa? Nu heeft hij geen huis meer.”
Kutslak. Heb je nu je zin? Wat dééd je daar ook. Kruip desnoods een halve marathon door de voortuin, maar blijf met je poten (als je die hebt) wég van gevaarlijke bielzen. Dacht ik heel even. Maar goed, we hebben het hier over een slak. Feit was wel dat ik vijf minuten voor de basisschoolzoemer met een verdrietige dochter voor een vreemde voortuin stond.
Gelukkig zijn er tekenfilms. Puffin Rock in dit geval. Ooit gezien? Een aanrader. Het is een vrolijke serie over een schattige papegaaiduikerfamilie. Ergens in seizoen 1 helpen Oona (het oudste papegaaiduikerkindje) en Silky (een zeehondje) Bernie (een heremietkreeft) aan een nieuwe schelp om in te wonen.
Eigenlijk houden we niet van liegen (áls de platgetrapte slak überhaupt nog leeft, heeft hij zonder huis natuurlijk gewoon een dik probleem), maar in dit geval vond ik de halve waarheid ook goed genoeg.
“Dat is inderdaad zielig. Nu moet het slakje een nieuw huis zoeken. Gelukkig zijn er genoeg vrienden om hem te helpen”, zei ik. Ik waaierde mijn hand plechtig over de voortuin. “Weet je nog, toen met Bernie? Die had ook vriendjes die hem hielpen.”
Dat volstond. Het bleef zielig. Noor voelde zich nog steeds schuldig. Maar ze vond ergens ook wel dat een slak zelf óók een beetje moet uitkijken. En de zichtbare aanwezigheid van al zijn slakkenvrienden stelde haar gerust.
Aandoenlijk zorgvuldig stapte ze daarna over twee volgende slakken heen, trippelde ze over de stoeptegels (niet op de lijntjes), hielp ze me met oversteken en stapten we drie minuten voor de zoemer vrolijk de school binnen. Met dank aan Bernie.
Geweldig Ted! Wat een invoelingsvermogen heb je toch. Ik blijf genieten
[…] nog eens dapper genoeg om ze aan te raken of op te pakken. Lieveheersbeestjes, vlinders, vliegen, slakjes en zelfs spinnen zetten ze zorgzaam buiten. En het verhaal van Bente, die vorige zomer minutenlang […]