Geschreven door

Fietsen

Opvoeden, Spelen, Uitstapjes| Views: 1034

“Mag ik gaan fietsen?”

Het is zaterdagochtend, half zeven. In mijn T-shirt, joggingbroek en op slippers sjok ik door de woonkamer. Maar niet iedereen is even slaperig.

“Papa, mag het? O, ik wil zoooooooo graag!”

Het moge duidelijk zijn: Noor kan fietsen. Voor haar vijfde verjaardag kreeg ze een nieuwe fiets. Zelf uitgezocht, roze met blauwe banden. En een flink maatje groter dan haar oude fiets: 18 inch maar liefst. Met het zadel in de laagste stand kon ze net met haar voeten bij de grond.

Goed, zijwieltjes hè, want ik hoor je al denken: is dat niet link? Gewoon nog even met zijwieltjes. Maar toen Noor ineens hele stukken fietste zónder dat plastic geratel, begon het te dagen. Zou het?

Lieke was de eerste die met Noor ging oefenen. Zónder zijwieltjes , voor de duidelijkheid. Ook niet op halve stand, naar achter geklapt, zoals de verkoper in de fietsenwinkel had geadviseerd. Achteraf ook een beetje raar natuurlijk. ‘Je hebt nog steeds zijwieltjes, maar ze staan gedraaid, eigenlijk ga je gewoon snoeihard onderuit als je erop rekent, dus gebruik ze maar niet.’ Noor dacht net zoals wij: haal ze er dan maar helemaal af.

Anderhalf uur later fietste ze. Nog eens een half uur later kon ze zonder hulp opstappen en wegrijden, de handrem was eveneens zo ontdekt en tegen het einde van de dag fietste ze haar eerste bocht.

Wat kunnen kinderen toch veel. En wat leren ze snel. En wat zijn we soms toch geneigd ze te onderschatten.

We zijn inmiddels anderhalve week verder en Noor fietst alleen naar de speeltuin en het schoolplein, waar ze honderdduizend rondjes rijdt. Ze heeft bij alle buren aangebeld: ‘Komen jullie ook naar de fietsoptocht kijken?’ Waarna Noor voorop en Bente erachter, peddelend op haar loopfiets, apetrots door de straat sjeesden.

Ook de basisschooldirecteur heeft het gezien, want op maandag mocht Noor voor één keer op de fiets naar school (een privilege dat anders alleen is weggelegd voor de kindjes die verder weg wonen).

“Goh Noor! Wat zie ik nou! Heb je een nieuwe fiets?”

Noor legt uit dat de fiets niet meer nieuw is, maar nog wel een beetje, maar dat de zijwieltjes eraf zijn, ze het in één dag geleerd heeft en dat ze zelf opstapt, wegfietst en zelfs op zondag op het schoolplein rondjes kan draaien.

Fietsen betekent: vrijheid. Noors wereld is in één klap een stuk groter geworden. Het doet me denken aan mijn eigen ervaringen als kind: Mijn ouders, die riepen: ‘Tot de paaltjes, dan even stoppen’, ‘fiets maar vast vooruit, tot het zebrapad’, en ik, die vooral achteruit keek om te weten wanneer ik weer vóóruit kon. Vrijheid. Ik hoor mezelf nu hetzelfde tegen Noor zeggen. ‘Fiets maar vast vooruit, tot het speeltuintje. Daar zien we je weer’. Mijn meisje fietst de wereld in, en ik voel me een klein beetje een zijwieltje.

Meidenpapa-fietsen 01
Meidenpapa-fietsen 02
Meidenpapa-fietsen 03
Meidenpapa-fietsen 04
Meidenpapa-fietsen 05
Meidenpapa-fietsen 06

4 Responses to " Fietsen "

  1. Hanny Gijsel schreef:

    Echt Ted, weer een levensecht beschreven gebeurtenis.
    Mooi slot

  2. Jildou schreef:

    Heel mooi beschreven Ted! Voor je het weet komen ze op een brommer thuis….en denk je met heimwee aan het geratel van de zijwieltjes☘️.

  3. Josette schreef:

    Ik moest warempel een tráántje wegpinken neef! Mooi.

  4. Trudi brons schreef:

    Ja Ted, dat wordt aanpoten om ze bij te houden en tevens een beetje los te laten. Mooi beschreven: trots en tevens een beetje weemoed.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *