“Noor is allang binnen, hoor!”
De basisschooldirecteur kijkt me een tikkeltje verbaasd aan. Wat komt die papa nú nog doen?
Noor wilde alleen naar school lopen vandaag. Zonder iemand erbij. We hebben afgesproken dat dat mag, maar dat ik nog wél even kom kijken of ze veilig in de klas zit.
De directeur lacht.
“Nu snap ik waarom ze een smile had van oor tot oor. Knap hoor. Gelukkig is dit een rustige wijk. En tsja, als kinderen zélf aangeven dat ze iets willen, zijn ze er misschien ook wel een klein beetje aan toe.”
Gelukkig hoeft Noor onderweg maar twee keer een straat over te steken, allebei de keren op een veilig punt. Bovendien is het maar drie minuutjes lopen (sinds vanmorgen anderhalve minuut rennen) en zijn er rond half negen meer kinderen op weg naar school.
Maar toch.
Noor is pas vier, in maart wordt ze vijf. En dan toch al zo’n geldingsdrang? Of is het gewoon een sterke wil om dingen zelf te doen? Zelfstandigheid te tonen? Hoe dan ook, ik vond het behoorlijk spannend. Liep ze daar, met haar schooltasje en haar huppelende paardenstaart, alleen naar school.
Ik steek volgens afspraak mijn hoofd om de hoek van het klaslokaal. Hoefde van Noor ook niet, maar van mij wel. Noor zit op haar stoeltje, praat met een vriendinnetje. Ze ziet me wel, maar kletst lekker door. Trots draai ik me om en loop de school uit.
Net als ik de directeur wil zeggen dat alles dik in orde is, hoor ik Noor. Ook al lijkt het gehuil van alle kinderen op elkaar; als de jouwe huilt weet je het met je ogen dicht. Zonder jas rent Noor naar buiten, met open armpjes op me af. Mijn stoere alleen-naar-school-rennen-meid is veranderd in een aangeslagen hummeltje.
“Maar meiske toch. Wat is er gebeurd?”
Noor veegt haar haren uit haar gezicht en tranen van haar wangen.
“Ik wist niet of ik het goed had gedaan. Dat ik alleen naar school was gelopen. En je hebt me niet geknu-hu-feld”, snikt ze.
Blijkbaar vond niet alleen papa het spannend… Ik vind dat ze het heel goed heeft gedaan. Dat ze keurig in de klas zat, haar jas op de kapstok en tas in de tassenbak. Dat zelfs de directeur haar had gezien en vond dat ze het zo knap deed. Dat ik hartstikke trots op haar ben en dat ze dat ook op zichzelf mag zijn. En dat ze natuurlijknatuurlijknatuurlijk altijd een knuffel krijgt.
Noors zelfvertrouwenmeter klimt weer naar het groen. We doen het afscheidsritueel (Noor klemt aan mijn been en ik doe alsof er een grote opwindveer op haar rug zit, waarna ze de klas in roetsjt). Daarna wandel ik naar buiten. Supertrots op mijn kleine meisje, dat zélf, op haar manier en in haar eigen tempo, haar route uitstippelt naar grotemensenland.
fantastisch!
Dank je!
Alweer zó mooi geschreven Ted. Geweldig!
Prachtig, Ted!
Dank je, collega-papa en -tekstschrijver!
Eerlijk ik moest even slikken. Ik ben trots op haar. Mooi verhaal.
Dank je!
Prachtig beschreven hoe kleine mensjes stap voor stap en knuffel voor knuffel grotere mensjes worden. Mooi
Dank je Jildou! Jij kunt het weten, met twee van die stoere mannen!